De Japanse ruimtemissie Hayabusa 2 heeft op de asteroïde Ryugu zeer poreuze rotsen gevonden. Dat is vastgesteld met de thermische infrarood camera (TIC) van Hayabusa 2. Ryugu roteert in iets meer dan zeven en half uur om zijn as. Als de zon op komt, dan warmen poreuze rotsen sneller op en ze koelen sneller af als ze zon onder is. Men zegt dan dat de thermische inertia van die rotsen laag is.
Waarom zoveel interesse in die porositeit? De theorie gaat dat toen ons zonnestelsel begon, de eerste objecten vrij klein waren (minder dan 100 meter groot). Die planetesimalen, zoals ze genoemd worden, hadden nauwelijks zwaartekracht. Er was dus niet genoeg zwaartekracht om het materiaal bijeen te persen. Deze objecten waren in het begin ook nog niet verhit door allerlei grote inslagen. Het materiaal zou daarom nog zeer poreus zijn: gedacht wordt aan een porositeit van 80%.
Maar dat zou daarna veranderen. Planetesimalen botsten op elkaar en vormden grotere objecten, met meer zwaartekracht. Ryugu zelf is waarschijnlijk het product van een catastrofale inslag van een object uit die periode. Ruygu kwam later tot stand uit allerlei puin daarvan. Het meeste gesteente op Ryugu heeft een porositeit van 30 tot 50%.
Dat oermateriaal van die planetesimalen hadden we nooit gezien. Dergelijk poreus materiaal overleeft een tocht door onze dampkring ook niet, dus meteorieten van dit materiaal hebben we ook niet.
Met Hayabusa 2’s TIC camera, waaronder opnames ermee tijdens afdalingen tot meters boven het oppervlak, werden “hotspots” ontdekt: plekken waar hogere temperaturen heerste dan elders op Ryugu. Men kwam er achter dat op een van die plekken zwarte stenen lagen van ongeveer 10 cm grootte. Die stenen blijken een porositeit van 70% of meer te hebben. Dat is vergelijkbaar met een dichtheid van 0,8 gram per kubieke cm. Ofwel: ze zouden drijven op water.
Hayabusa 2 heeft twee keer monsters genomen van het oppervlak van Ryugu en dat materiaal landde december vorig jaar in een capsule in Australië. Is er een kans dat dat oudste materiaal ook meegekomen is met de monstername? De onderzoekers denken dat dat zeker mogelijk is. Zij hebben aanwijzingen dat het zand waarmee Ryugu bedekt is ook bestaat uit korrels van het meest primitieve materiaal.
De ontwikkeling van zeer poreus materiaal op Ryugu. (Afbeelding: Sakatani et al)
Hayabusa 2 wist 5 gram aan materiaal van Ryugu naar Aarde te brengen en die monsters zijn inmiddels overgebracht in een lab in Tokyo. 5 gram lijkt weinig, maar de wetenschappers van het project zijn er zeer content mee. Het doel was om minimaal 100 mg te bemachtigen. In Aardse laboratoria kan men met minieme stofdeeltjes al van alles achterhalen over het ontstaan van asteroïden. Dus als we wat van het meest primitieve materiaal van het zonnestelsel te pakken hebben, dan leert dat ons heel veel over waar ons zonnestelsel vandaan komt.
Hayabusa 2 is ondertussen op weg naar nieuwe asteroïden. In 2026 vliegt het langs asteroïde 2001 CC21 en in 2031 arriveert het bij de asteroïde 1998 KY26.
Bron:
https://www.isas.jaxa.jp/en/topics/002631.html
Coverfoto: Sakatani.