In september kwam het grote nieuws naar buiten dat er fosfine was gevonden in de atmosfeer van Venus. Fosfine is een gas dat een mogelijk biologische oorsprong heeft. Het team dat de ontdekking deed, was daar overigens vrij voorzichtig over in hun beweringen. De aanwezigheid van fosfine wees op nieuwe chemie (niet eens zo gek in de extreme omgeving van Venus) of een biologische oorsprong. Maar er werd op gewezen dat betere metingen nodig waren om dat uit te wijzen.
Sinds de bekendmaking is de ontdekking van fosfine in twijfel getrokken. Een maand na de aankondiging kwam een wetenschappelijk artikel uit dat de vondst van fosfine statistisch niet significant zou zijn. In dit artikel werd gewezen op een fout in de signaalverwerking op ALMA (Atacama Large Millimeter Array in Chili) gegevens. Een ander artikel zei dat het fosfine signaal ook verklaard kon worden door de aanwezigheid van zwaveldioxide (SO2).
Daarbij moet gezegd worden dat het detecteren van een stof in de atmosfeer van een andere planeet met microgolven niet slechts de kwestie is van het vinden van een piekje in een spectrum. Dit soort spectra zijn complex door de aanwezigheid van vele pieken en dalen van vele stoffen in de atmosfeer, die bovendien door allerei andere factoren beïnvloed zijn. Een team in Japan hielp met het achterhalen van het fosfine signaal op basis van een 12e graads polynoom. Bij zo’n wiskundige berekening is het erg oppassen dat je geen ruis aan ziet voor een signaal. Dus goed dat andere partijen na rekenen of zulke bevindingen kloppen.
Inmiddels is er weer een reactie op gekomen van Jane Greaves, die het onderzoeksteam naar fosfine in de atmosfeer van Venus leidde. Mogelijke valse signalen uit de data zijn verwijderd en het nieuwe artikel geeft aan dat er nog steeds een fosfine signaal is en dat het niet verklaard kan worden door zwaveldioxide. De concentratie fosfine is wel lager bijgesteld. Dit nieuwe artikel moet nog wel door de zogenaamde peer-review, een kritische review door andere wetenschappers.
Metingen van ruimtesondes
Echt uitsluitsel over het bestaan van fosfine zal waarschijnlijk pas komen door ruimtesondes die Venus bezoeken. De Europees-Japanse missie BepiColombo kwam onlangs langs Venus. BepiColombo heeft instrumenten die misschien fosfine zouden kunnen aantonen, maar de passage van 14 oktober was te kort dag om het onderzoeksprogramma er op aan te passen. Op 10 augustus volgend jaar zal de ruimtesonde veel dichter langs Venus komen: 552 km. Dat geeft de beste mogelijkheid voor deze Mercurius-missie om metingen te doen.
BepiColombo is ontworpen voor onderzoek aan Mercurius, een planeet die nagenoeg geen atmosfeer heeft. Mocht BepiColombo niet in staat zijn fosfine aan te tonen, dan zullen we moeten wachten op de Indiase Sukrayaan-1 missie. Onlangs aangekondigd dat deze in december 2024 gelanceerd moet worden. Sukrayaan-1 zal een radarinstrument hebben en een spectrometer in infrarood, ultraviolet en microgolven. De infrarood spectrometer zou fosfine misschien kunnen detecteren.
Glycine
Alsof er nog niet genoeg gaande is in de atmosfeer van Venus, werd ook nog een aminozuur, glycine, gevonden. Ook deze meting werd gedaan met ALMA. Glycine hoeft niets met leven te maken hebben. Het kan op niet biologische wijzen gevormd worden. Maar het is wel een bouwsteen van leven.
Bronnen: