Wanneer astronauten uiteindelijk bij Mars aankomen, kunnen zij onderweg een aanzienlijk slechter gezichtsvermogen ontwikkeld hebben. Astronauten die lang in het ISS verblijven, kunnen een symptoom ontwikkelen dat “spaceflight-associated euro-ocular syndrome” (SANS) wordt genoemd. Ze hebben veranderingen in hun ogen, waaronder zwelling van het gebied waar de oogzenuw naar de hersenen loopt. Dit maakt de achterkant van het oog plat en veroorzaakt rimpels aan de achterkant van het netvlies.
Het overkomt niet iedereen. Ongeveer tweederde van de astronauten die 6 maanden of langer in het ISS verblijven, ervaart veranderingen in hun gezichtsvermogen. NASA heeft zelfs een setje brillen op ISS, waarmee veranderingen van het gezichtsvermogen door vervormingen van de oogbol verholpen kunnen worden.
Maar bij een vijfde van deze astronauten zijn de problemen ernstig genoeg dat het in de categorie SANS valt. Ze hebben een grotere blinde vlek. En de rimpels in het netvlies kunnen het gezichtsveld beperken. Gelukkig heeft niemand permanent gezichtsverlies na terugkeer op aarde. De zorg is dat het probleem erger wordt bij langere missies, zoals die naar Mars. De kans bestaat dat er meer rimpels in het netvlies ontstaan. En dat probleem kan niet met een bril omzeild worden.
NASA doet al 10 jaar onderzoek naar de aandoening. Een oplossing is er nog altijd niet, al zijn er wel wat aanknopingspunten voor verder onderzoek.
Bronnen: